Op het eiland Bali leefde eens een man die altijd diep in de schulden zat. Als er hanengevechten op het eiland warden gehouden verloor Si Djinaka altijd en voor de weddenschappen leende hij altijd geld, want hij hoopte ookt te winnen en met de winst zou hij dan zijn schuldeisers afkopen.
Op en dag kwamen er twee mannen bij hem die hun geld kwamen opeisen. SI Djinaka kon hun helaas niet betalen omdat hij het geld weer met een weddenschap had verloren.
De mannen besloten hem in gijzeling te nemen om hem als slaaf te verkopen. De opbrengst zou genoeg zijn om de schuld in te lossen. Gezamenlijk zetten zij koers naar het dorpje Pangkalin Lae Polit. Si Djinaka zat in het midden van de boot en liet de twee mannen het werk doen.
Toen ze halv
erwege waren stelde de schuldenaar de twee mannen een vraag: “ ik ken een liedje. Als ik het jullie ook leer dan kunnen we het samen zingen.” De mannen vonden het een goed idee en gaven Si Djinaka toestemming om het hun voor te zingen. En uit volle borst zong hij:
“Daar klimt Si Djinaka op een steen.
Roei snel door de stroomversnelling heen.”
De beide mannen luisterden aandrachtig en het duurde niet lang of ze zongen uit volle borst mee. Na een tijdje vroeg Si Djinaka de mannen om het liedje beurtelings te zingen. De roeier begon vol overgave en al seen volleerd operazanger volgde de tweede man met de tweede regel. Het klonk heel mooi en de sfeer was ontspannen.
Zonder dat de beide zangers het in de gaten hadden naderden ze een stroomversnelling. De slimme Si Djinaka bedacht zich geen moment. Razendsnel klom hij overboard en stapte behendig op een grote steen. De roeier had zijn handen vol om de boot door de stroomversnelling te loodsen. Hij zag wat Si Djinaka van plan was en schreeuwde naar zijn vriend: “ Daar klimt Si Djinaka op een steen!”. En nog volledig in de ban van het gezang antwoordde deze zonder om te kijken met luide stem : “Roei snel door de stroomversnelling heen.”
En toen de slimme Si Djinaka van de steen naar de kant zwom zag hij het bootje met de beide argeloze mannen om de bocht verdwijnen. Lachend klom hij op de oever en als een vrij man ging hij terug naar zijn dorp.
De verbizing was groot toen de roeiers in Pangkalin Lae Polit arriveerden. De tweede man begreep maar niet hoe de schuldenaar had kunnen ontvluchten en vroeg de roeier om uitleg. “ Ik heb je toch gezegd: “Daar springt Si Djinaka op een steen”. En toen antwoordde jij: “Roei snel door de stroomversnelling heen”. “ Ik wist niet dat het echt gebeurde, ik dacht dat we nog steeds aan het zingen waren, “ antwoorrde de tweede man boos.
De ruzie liep zo hoog op dat de mannen elkaar met hun zwaarden te lijf gingen. Dat moesten ze met de dood bekopen en Si Djinaka was van zijn schulden verlost en kon als een vrij man verder leven.